Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Daarna [18]ging Hezron in tot de dochter van [19]Machir, den [20]vader van Gilead, en hij nam ze, [21]toen hij zestig jaren oud was; en zij baarde hem Segub. 18. Dat is, hij besliep haar, of hij bekende haar, gelijk de Heilige Schrift spreekt, Gen.4:1, en Gen.6:4. 19. Hij is geweest een zoon van Manasse. 20. Dat is, naar sommiger gevoelen, zoveel als hoofd, overste, regent. Alzo in verscheidene volgende plaatsen. Anderen verstaan hier door Gilead den eigenlijken zoon van Machir. Zie Num.26:29,30, alzo onder, hfdst.7 vs.14. 21. Hebreeuws, toen hij een zoon was van zestig jaar.